Alles-Apart – uitgebreide toelichting
Alles-Apart is de instructielijn taal voor groep 5 tot en met 8. Toepassing, herhaling en oefening vindt op contextrijke wijze plaats in de projecten van Alles-in-1 Groep 5-8.
Binnen Alles-Apart is de hoofdzaak taalregels leren en oefenen. Expliciet wordt de leerstof uitgelegd en geoefend. Helder en duidelijk. Alles-Apart biedt de regels gevalsgewijs en systematisch aan. In Alles-in-1 Groep 5-8 worden deze regels impliciet en contextrijk herhaald en toegepast. Deze twee manieren van taalaanbod, expliciet en contextrijk, vullen elkaar aan. De combinatie van Alles-Apart en Alles-in-1 maakt uw taalonderwijs dan ook ijzersterk. Expliciete én contextrijke aanbieding werkt!
Inhoud
Alles-Apart bestaat uit 15 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bevat lesstof voor één week, waarin expliciet aandacht besteed wordt aan de volgende onderdelen:
- Begrijpend lezen
- Spelling
- Werkwoordspelling
- Grammatica
- Woordenschat
- Stellen
- Mondelinge taalvaardigheid
- Engels (DEF, grammatica en spelling)
- Voortgezet technisch lezen (ABC, losse module)
Samen met de 25 projectweken per schooljaar uit Alles-in-1 Groep 5-8 maakt dat de 40 weken van een schooljaar vol.
Onderdelen
Begrijpend lezen
Elke week begint met een les begrijpend lezen. Het thema van de tekst is voor alle niveaus hetzelfde en kan op alle niveaus gezamenlijk geïntroduceerd worden. De inhoud van de tekst en de opdrachten verschillen per niveau.
De les begrijpend lezen is een instructieles. De leerkracht bepreekt samen met de kinderen de tekst en begeleidt de kinderen bij het maken van de opdrachten. De interactie en het hardop voordoen (modelen) door de leerkracht zijn belangrijk zijn bij begrijpend lezen. In het handboek is dit verder uitgewerkt. Enkele opdrachten zijn aangeduid met een sterretje. Deze opdrachten gaan verder dan de basisstof, waardoor er makkelijk gedifferentieerd kan worden. In de tekst komen woorden voor, die bij het onderdeel spelling behandeld worden.
Spelling
Elke week worden er twee spellingproblemen aangeboden, geoefend en getoetst. Het eerste spellingprobleem (Spelling I) is een nieuw of relatief moeilijker probleem Het tweede spellingprobleem (Spelling II) is een herhaling of relatief gemakkelijker probleem. De leerkracht geeft instructie, maar de instructie staat ook nog eens kort en bondig in het lesboek. Kinderen kunnen zo nog even terugkijken en werken daarna zelfstandig in hun werkboek.
Alle leerlingen hebben een spellingklapper. De tabbladen in de spellingklapper komen overeen met de twaalf spellingcategorieën. Ieder tabblad (spellingcategorie) heeft een eigen kleur en herkenbaar pictogram. Deze kleuren en pictogrammen komen terug in het les- en werkboek. Op het tabblad wordt het betreffende spellingproblemen kort en bondig uitgelegd. Tijdens de spellinglessen worden woorden met een specifiek spellingprobleem steeds achter het juiste tabblad in de klapper geschreven. Vooral voor zwakke spellers en beelddenkers biedt dit een extra ondersteuning bij het categoriseren van de spellingproblemen.
Elke week is er op donderdag een dictee. Naar aanleiding van de resultaten van het dictee maken de leerlingen een herhalingsblad of verrijkingsblad in hun werkboek.
Werkwoordspelling
Elke week wordt er een les werkwoordspelling aangeboden. De leerkracht geeft instructie, maar de instructie staat ook nog eens kort en bondig in het lesboek. De leerlingen maken zelfstandig twee werkbladen in hun werkboek. Achterin elk lesboek staan handige schema’s en overzichten die de kinderen kunnen gebruiken bij het vervoegen van de werkwoorden. Elke week wordt op donderdag middels een korte toets nagegaan of de leerlingen de lesstof beheersen.
Grammatica
Elke week wordt er een les grammatica aangeboden. De leerkracht geeft instructie, maar de instructie staat ook nog eens kort en bondig in het lesboek. De leerlingen maken zelfstandig twee werkbladen in hun werkboek. Achterin elk lesboek staan alle onderdelen van woord benoemen en zinsontleden handig en overzichtelijk bij elkaar.
Na elke zes hoofdstukken is er een toets om na te gaan of de leerlingen de lesstof beheersen.
Woordenschat
Elk hoofdstuk worden zeven woorden aangeboden. Deze woorden worden aangeboden volgens de ‘viertaktstrategie’. Deze aanpak bestaat uit vier onderdelen:
- Voorbewerken; het oproepen van de voorkennis en daarbij zoveel mogelijk verbindingen leggen. Dit kan kort zijn, bij het woord communicatie betekent het misschien dat u een bijzonder telefoongesprek met iemand voert.
- Semantiseren; in deze fase wordt het woord duidelijk uitgelegd. Laat eventueel een plaatje of een voorwerp van het woord zien.
- Consolideren; de woorden moeten nu ingeslepen worden, dat is meer dan alleen begrijpen van het woord. Denk hierbij aan passieve oefeningen (wat is verbale communicatie?) en actieve oefeningen (welke vorm van communicatie zie je op dit plaatje?).
- Controleren; de laatste fase is het nagaan of de betekenissen zowel passief als actief zijn verworven.
In de handleiding staan tips hoe met de aangeboden woorden geoefend kan worden.
Stellen
Elke week wordt er een stelopdracht aangeboden. De stelopdracht houdt verband met het thema van de leesles aan het begin van de week. De hele week kan aan de stelopdracht gewerkt worden.
Engels (DEF, grammatica en spelling)
In elke les staat voor alle drie de niveaus één onderwerp centraal, echter per niveau met een uitbreiding. Indien u meerdere niveaus in één groep heeft, kunt u een deel van de instructie gezamenlijk bespreken. De verwerking op eigen niveau vindt plaats in het werkboek.
Voortgezet technisch lezen (ABC, losse module)
Elke week kunnen twee technisch leeslessen gegeven worden. In de eerste les staat een woorddoel centraal. In de tweede les wordt het woorddoel van les 1 herhaald en staat een zinsdoel centraal. De lessen zijn opgebouwd volgens het directe instructie model. Na de instructie gaan de leerlingen zelfstandig of onder begeleiding van de leerkracht aan het werk.
Structuur en organisatie
De lesstof in het lesboek wordt kort en duidelijk uitgelegd, zodat de meeste leerlingen zich de stof na een korte instructie zelfstandig eigen kunnen maken. Er is veel ruimte voor zelfstandig werken, zodat de leerkracht – de leerlingen die dat nodig hebben- verlengde instructie kan geven. Er kan zowel in tempo als op niveau gedifferentieerd worden.
Niveaus
Net als Alles-in-1 Groep 5-8 heeft Alles-Apart zes niveaus.
- A – taalzwakke leerling in groep 5
- B – gem. groep 5
- C – gem. groep 6
- D – gem. groep 7
- E – gem. groep 8
- F – snelle, begaafde leerling in groep 8
Weekoverzicht
Dag | Instructie | Zelfstandig |
Maandag |
|
|
Dinsdag |
|
|
Woensdag |
|
|
Donderdag |
|
|
Vrijdag |
|
|
Gedurende de week |
|
|
Tijdsinvestering
Per dag is er 45 tot 90 minuten nodig voor de onderdelen van Alles-Apart. Dit houdt in dat er in de Alles-Apart weken volop ruimte voor andere zaken is. Deze tijd wordt vaak aangewend voor feesten en vieringen of extra lessen van het project. De lessen kosten weinig voorbereidingstijd voor de leerkracht.
We hebben hiervoor echter ook in het handboek, aan het eind van elk hoofdstuk, extra lesideeën met vooral creatieve lessen opgenomen. De opdrachten hebben direct of indirect te maken met het thema van de week. Denk hierbij aan creatieve taalopdrachten, handvaardigheid, computeropdrachten, tekenen, liedjes, drama en spelletjes.
Materialen
Er is per niveau één handboek waarin u alles vindt voor genoemde vakken. De 15 hoofdstukken zijn voor de leerlingen ondergebracht in een lesboek en drie werkboeken. Belangrijk onderdeel is onze spellingklapper met tabbladen voor belangrijke spellingregels, schema’s voor de werkwoordspelling en basisregels voor de Engelse taal. Door het categoriseren in deze klapper worden leerlingen gedwongen over het spellingprobleem van een woord na te denken en hier een extra activiteit mee te doen. Daarnaast zijn er natuurlijk posters voor werkwoordvervoegen en het ex-fokschaap en de kijkplaten ei-ij-au-ou om in de klas te hangen.
Alles-Apart bevat voor de leerling naast de spellingklapper nog meer praktische hulpmiddelen:
- Helder overzicht woordbenoemen;
- Helder overzicht zinsontleden;
- Kijkplaten voor spelling (au-plaat, ou-paat, ei-plaat, ij-plaat);
- Leeswijzer met de zeven belangrijkste leesstrategieën voor begrijpend lezen;
- Teksthulp met tips m.b.t. structuur van de tekst, signaalwoorden en moeilijke woorden/zinnen.
Achter de leerkrachtknop op onze website vindt u aanvullende materialen zoals digibordmateriaal, jaarplanningen, herhaling en verrijking, groepsplannen, weekwoorden, het woordenschatrad, tips en advies en meer. Ook kunt u hier de kopieerbladen voor spelling en werkwoordspelling vinden wanneer u deze besteld heeft. Via Alles Toetsen kunt u begrijpend lezen, spelling, werkwoordspelling, grammatica, de weekwoorden en Engels toetsen.
Wanneer u ervoor kies Alles-in-1 Voortgezet technisch lezen te gaan gebruiken, heeft u als extra materiaal de drie werkboekjes. Verder staan alle benodigde materialen zoals het flitswoordenprogramma en het handboek digitaal achter de leerkrachtknop.
Voordelen van Alles-Apart
- Helder en duidelijk worden regels en strategieën aangeboden.
- De instructies en afspraken staan kort en bondig beschreven in het lesboek, zodat kinderen de regels altijd na kunnen lezen.
- Gedurende een week oefenen de kinderen heel specifiek en intensief met nieuwe lesstof.
- Leerlingen weten precies wat er van hen gevraagd en verwacht wordt. De duidelijke structuur werkt motiverend en stimuleert de zelfstandigheid.
- Er kan zowel in tempo als op niveau gedifferentieerd worden.
- Taalverwerving ontwikkelt zich het best door expliciete (Alles-Apart) én contextrijke aanbieding (Alles-in-1)
- Alles-Apart is ook geschikt voor scholen die op zoek zijn naar een korte en overzichtelijke methode voor taal, (werkwoord)spelling, grammatica begrijpend lezen en Engels. De methode is ideaal voor scholen die een kapstok willen met alle onderdelen van taal, maar daarnaast hun eigen invulling willen geven aan het taalonderwijs. Diverse scholen of afdelingen gericht op hoogbegaafde leerlingen maken gebruik van Alles-Apart.
- Alles-Apart is in vergelijking met andere taalmethoden goedkoop.