Alles-in-1 Groep 4 – Uitgebreide toelichting
De vijf projecten van Alles-in-1 Groep 4 bieden taal, lezen, wereldoriëntatie en expressie in een logische samenhang aan.
Het gehele groep 4 curriculum, met uitzondering van rekenen, gym en handschriftontwikkeling, is opgenomen in de vijf projecten. Met dezelfde inspanning van u als leerkracht – of zelfs minder – worden ambitieuze doelen haalbaar en wordt uw onderwijs krachtig en betekenisvol!
Inhoud
De vijf projecten zijn opgebouwd rond vijf domeinen: aardrijkskunde, cultuur, geschiedenis, techniek en natuur.
Titel project (Domein) | 1. Waar is het? (Aardrijkskunde) | 2. Jij en ik! (Cultuur) | 3. Wanneer was dat? (Geschiedenis) | 4. Hoe werkt het? (Techniek) | 5. Wat groeit en bloeit (Natuur) |
Week 1 en 2 | Onze klas Onze school De buurt/wijk | Eten en drinken | Dino’s | Wat is techniek? Gereedschap, materialen en verbindingen | Het groeien van en zorgen voor planten |
Week 3 en 4 | Dorp/stad De streek | Muziek en dans | Ridders en kastelen | Technische beroepen | Het groeien van en zorgen voor dieren |
Week 5 en 6 | Nederland | Wonen en spelen | Familie/tijd: Dagdelen, dagen van de week, maanden | Productieproces | Het groeien van en zorgen voor mensen |
Week 7 en 8 | De rest van de wereld | Kleren en feesten | Piraten | Uitvindingen | De wonderen van en zorgen voor de natuur |
Iedere twee weken is er een deelthema dat wordt geïntroduceerd met een startactiviteit. De kleurige projectboeken met informatie en veel beeldmateriaal geven aanleiding om over de verschillende wereldoriëntatie onderwerpen te praten en na te denken. Door de expressielessen en praktische vaardigheden (doe-opdrachten) aan te laten sluiten bij het wereldoriëntatie-aanbod, vindt er een verrijking plaats op al deze gebieden. Cognitieve leerstof valt samen met een ervaring en een beleving; het vult elkaar aan en vormt een samenhangend geheel.
Het domein en het hoofdonderwerp vormen het hart van het project. Het is de kapstok waaraan alle vakken worden opgehangen. Een zorgvuldig ontwikkeld palet aan werkvormen sluit aan bij uiteenlopende leerstijlen, zodat elke leerling de leerstof diep doorgrondt. Kinderen werken cognitief, praktisch, creatief en onderzoekend, schriftelijk, mondeling en digitaal. Ook is er afwisseling in organisatievormen: klassikaal, individueel, in groepjes, in tweetallen en groepsdoorbrekend.
De teksten die daarbij zijn gezocht of geschreven, zijn gekozen omdat ze voor kinderen van deze leeftijd boeiend zijn: interessante informatieve teksten, leuke weetjes, spannende of mooie verhalen, grappige of ontroerende gedichten. De verhalen en gedichten zijn in de meeste gevallen van bekende auteurs.
De onderwerpen voldoen aan de kerndoelen en sluiten aan bij de TULE Inhouden en activiteiten bij de kerndoelen van de SLO.
Onderdelen en vaardigheden
Tijdens elk project wordt gewerkt aan de volgende onderdelen en vaardigheden:
- Begrijpend lezen
- Burgerschap
- Coöperatieve vaardigheden
- Creatieve vaardigheden
- Cultuureducatie
- Dans/drama
- Engels
- Gedichten
- Grammatica
- Handvaardigheid
- Informatieve teksten
- Informatieverwerking
- Luisteren en spreken
- Muziek
- Onderzoekend leren
- Praktische vaardigheden
- Presenteren
- Samenwerken
- Sociaal-emotionele vaardigheden
- Spelling
- Stellen
- Taalbeschouwing
- Techniek
- Technisch lezen
- Tekenen/schilderen
- 21e-eeuwse vaardigheden
- Verhalen
- Wereldoriëntatie
- Woordenschat
- Zelfstandig werken
- Zingen
Activiteiten
Ieder deelthema omvat de volgende activiteiten waarbij de vakken en vaardigheden zoals hierboven genoemd zijn opgenomen en allemaal aansluiten bij het thema:
- Introductie activiteit – Door middel van een spel, proefje, film(pje), voorwerp, prentenboek of activiteit worden de kinderen enthousiast gemaakt voor thema van de week. Materialen die u nodig heeft voor de introductie staan omschreven in het handboek.
- Informatieve teksten, verhalen en gedichten in het projectboek – Per week lezen de kinderen vier teksten. Dat zijn twee informatieve teksten, een verhaal en een gedicht (of een lied). Naar aanleiding van de informatieve teksten volgen opdrachten die gericht zijn op wereldoriëntatie. Naar aanleiding van de verhalen en gedichten worden voornamelijk taalgerelateerde opdrachten aangeboden. Er is enkel schriftelijke verwerking voor de talige onderdelen, niet voor wereldoriëntatie.
- Opdrachten in het werkboek – Het werkboek is voor taalverwerking. De opdrachten op het gebied van voortgezet technisch lezen, taal, begrijpend lezen, spelling en woordenschat sluiten aan bij de teksten in het projectboek.
- Engels – Bij elk thema leren de kinderen Engelse liedjes, woorden en zinnen. De liedjes, woorden en zinnen worden via het online leerkrachtgedeelte ondersteund met interactief materiaal.
- Doe-opdrachten – Dit zijn praktische opdrachten die (met eenvoudige materialen) zelfstandig uitgevoerd kunnen worden door de leerlingen, vaak in groepjes of tweetallen. Deze opdrachten staan beschreven op kleurige, geplastificeerde tipkaarten. Dit zijn instructiekaarten voor de kinderen. Werken met doe-opdrachten is leren door te doen. Het gaat om het proces: wat ontdek je, wat onderzoek je, hoe onderzoek je en wat leer je hiervan? Elk project bevat een map met 25 geplastificeerde tipkaarten die in de leskist met benodigde materialen zitten. Door praktische opdrachten aan te laten sluiten bij het wereldoriëntatie-aanbod vindt er een verrijking plaats. Cognitieve informatie wordt gekoppeld aan een ervaring en een beleving. Daardoor ontstaan er dwarsverbanden wat maakt dat informatie beter beklijft.
- Expressieopdrachten – Per week zijn er twee á drie uitgewerkte lessen of opdrachten op het gebied van muziek, tekenen, handvaardigheid, dans en drama. Belangrijk voor de beleving van het thema. De expressielessen zijn gedetailleerd beschreven en worden waar nodig begeleid met beeld de geluid. Door de expressielessen aan te laten sluiten bij het wereldoriëntatie-aanbod vindt er een verrijking plaats. Cognitieve informatie wordt gekoppeld aan een ervaring en een beleving. Daardoor ontstaan er dwarsverbanden wat maakt dat informatie beter beklijft.
- Kijk, lees, speel – Per week hebben wij een selectie linkjes klaar staan met interessante clipjes, spelletjes of sites.
- Verkeer – In elk project is er expliciet aandacht voor verkeer. De expliciete verkeerslessen zijn zo geordend dat ze een link hebben met de projecten. De lessen zijn onderverdeeld in theorielessen met een werkblad en praktijklessen. Deze lessen en het ondersteunde materiaal voor de leerkracht (voor o.a. het digibord), zijn online beschikbaar.
- Excursie/workshop/gastspreker – Bij elk project bieden we een overzicht met tips en inspiratie en een excursieoverzicht waardoor u zelf kunt zorgen voor de kers op de taart van het project. Wanneer een excursie aansluit bij het projectonderwerp zal dit blijvende indruk maken op de kinderen en de beleving verrijken.
- Toetsen
- Dictee: In week 2, 4 en 6 wordt er voor spelling een dictee gegeven. Elk dictee bevat woorden uit de twee aangeboden spellingcategorieën. In week 8 worden alle zes categorieën van het project getoetst. Voor de dictees kunt u kiezen voor een digitale toetsafname via Alles Toetsen. Dit biedt de mogelijkheid om de dictees individueel af te nemen omdat deze zijn ingesproken.
- Begrijpend lezen: Dit wordt aan het eind van elk project getoetst. De afname kan zowel op papier als digitaal.
- Taal: In week 7 zijn er toetsen op het gebied van taal. Dit is een papieren toets.
- Afsluiting – Elke project kent zijn eigen opening en afsluiting. In het handboek staan suggesties en uitgewerkte ideeën. Bouwstenen voor de afsluiting zijn de resultaten van de expressielessen. Dit zijn mooie gelegenheden om de ouderbetrokkenheid mee te stimuleren.
Structuur en organisatie
Elk van de vijf projecten duurt acht weken en is onderverdeeld in vier deelthema’s van twee weken. De onderwerpen liggen dicht bij de belevingswereld van de kinderen. Het laatste deelthema bevat herhaling. Niet van de onderwerpen, maar wel op gebied van spelling, lezen en taal. Dit geeft de mogelijkheid om met deze weken flexibel om te gaan in verband met de jaarplanning. Tijdens het laatste deelthema worden doelen getoetst op het gebied van taal en spelling, gevolgd door herhalings- en verrijkingsopdrachten.
Door de enorme ontwikkeling van kinderen in groep 4 op het gebied van taal en lezen hebben we gekozen voor een vaste volgorde van de vijf projecten. Op deze manier kunnen we die ontwikkeling volgen en doorlopend drie niveaus aanbieden.
De projectboeken bevatten per week een duidelijke structuur. In het werkboek worden dezelfde kleuren, pictogrammen en spellingregels gebruikt als in Alles-Apart. In de handboeken staan uitgebreide instructies voor taal, lezen en spelling en lesbeschrijvingen voor expressie. Bij elk project zijn doe-opdrachten met tipkaarten die de kinderen van groep 4 vaak zelfstandig kunnen uitvoeren.
Bij alle beschrijvingen in het handboek wordt uitgegaan van een afwisseling van werkwijzen en leerstijlen: klassikaal, individueel, in groepjes of tweetallen, ontdekkend en handelend leren, schriftelijk, digitaal, creatief, enzovoort. Daarbij wordt steeds die werkvorm gekozen die het best bij de behandeling van bepaalde leerstof en de daarvoor beschikbare materialen past. Wij kiezen hiervoor omdat deze afwisselende manier van werken stimulerend en motiverend is, tegemoet komt aan de verschillende leerbehoeften en mogelijkheden van de leerlingen en het hoogste leerrendement geeft.
Niveaus
Binnen de cognitieve lessen van Alles-in-1 Groep 4 zijn drie niveaus verwerkt. Deze zijn te herkennen aan de kleuren van de tekst en opdrachten.
- De instructieafhankelijke groep maakt alleen de zwarte tekst en opdrachten.
- De instructiegevoelige groep maakt de zwarte en blauwe tekst en opdrachten.
- De instructieonafhankelijke groep maakt de zwarte, blauwe en groene tekst en opdrachten.
De hoeveelheid leerstof verschilt per niveau. Desondanks is er volop ruimte om gezamenlijk de les te beleven doordat de zwarte basisstof voor alle leerlingen gelijk is. De opzet van de lessen leent zich dan ook uitstekend voor directe instructie, ook terug te zien in onderstaand schema.
Instructieafhankelijke leerlingen | Instructiegevoelige leerlingen | Instructieonafhankelijke leerlingen |
Zwarte tekst en opdrachten | Zwarte en blauwe tekst en opdrachten | Zwarte, blauwe en groene tekst en opdrachten |
Introductie | ||
Basisinstructie Begeleiding bij behandelen van de tekst en instructie bij verwerking | Verwerking Zelfstandig de tekst lezen en de opdrachten maken. | |
Verlengde instructie Begeleide verwerking | Verwerking Gedeelte van de tekst zelf lezen en zelfstandige verwerking | |
Verwerking Zelfstandige verwerking | ||
Afsluiting |
Taal binnen Alles-in-1 Groep 4
Alle taalvaardigheden zoals beschreven staan in de TULE overzichten zijn integraal opgenomen binnen de projecten.
Begrijpend lezen en luisteren
Door de rijke context van de projecten vergroten de kinderen hun kennis van de wereld en hun woordenschat: dé belangrijkste basis voor begrijpend lezen en luisteren. In groep 4 komen leesstrategieën impliciet aan bod. Tijdens de instructie doet de leerkracht een strategie hardop denkend voor. Hierdoor zien kinderen wat een goede lezer doet als hij een tekst leest. In week 5 van elk project is er een les begrijpend luisteren. Voor deze lessen worden verschillende tekstsoorten gebruikt, zoals een informatieve tekst, verhaal of interview.
Voortgezet technisch lezen
In de projectboeken staan verschillende tekstsoorten. Informatieve teksten worden afgewisseld met verhalen en gedichten. Daarnaast lezen de kinderen andere teksten, zoals interviews, raadsels en recepten. Alle doelen voor voortgezet technisch lezen van groep 4 zijn volledig opgenomen en geïntegreerd in Alles-in-1 Groep 4. Daarbij volgen we de leesontwikkeling die binnen dat jaar wordt gemaakt.
- In project 1 herhalen de kinderen de woorddoelen passend bij E3.
- In project 2 en 3 wordt er geoefend met woorddoelen op niveau M4.
- In project 4 en 5 wordt er geoefend met woorddoelen op niveau E4.
De teksten in de projectboeken sluiten bij deze niveaus aan.
Twee keer per week is er een instructieles voortgezet technisch lezen. Eén instructieles waarbij een woorddoel centraal staat en één instructieles waarbij een zinsdoel centraal staat. De kinderen oefenen het woorddoel met behulp van flitswoorden via het digibord en met leeskaarten.
De derde leesles in de week is een les vrij lezen. De kinderen lezen dan afwisselend uit informatieve en verhalende leesboeken die passen bij het project. In het werkboek maken de kinderen vooraf en/of aansluitend op het vrij lezen een leesbevorderingsopdracht.
Naast deze drie lessen lezen de kinderen ook de overige infoteksten, verhalen en gedichten in het lesboek.
Spelling
Elke twee weken zijn er zes spellinglessen. Tijdens de eerste twee spellinglessen is er instructie over een nieuwe spellingregel. Deze instructie heeft steeds dezelfde opbouw:
- Horen en spreken – De nieuwe woorden die de kinderen leren worden auditief aangeboden.
- Klankherkenning – De kinderen onderscheiden, al luisterend, de klank waar het om gaat in de woorden.
- Spellingregel – De kinderen leren welke regel bij de klank past en er wordt geoefend met het toepassen van de regel met behulp van de weekwoorden.
- Woordbeeld en woord spellen – De kinderen passen de spellingsregel toe en schrijven de weekwoorden in de Spellingklapper.
- Controleren – Na het opschrijven van de weekwoorden, controleren de kinderen deze woorden.
Tijdens de instructielessen schrijven de kinderen de woorden van de betreffende spellingregel in de Spellingklapper. De regels worden visueel ondersteund door een pictogram. Na de instructie werken de kinderen zelfstandig in het werkboek en is er gelegenheid voor verlengde instructie. In de overige spellinglessen wordt de instructie kort herhaald en oefenen de kinderen zelfstandig in hun werkboek. Op de donderdag van elke tweede week vindt het dictee plaats. Hierna is er mogelijkheid tot herhalen en/ of verrijken.
Woordenschat
Tijdens de projecten wordt er op twee manieren gewerkt aan de ontwikkeling van de woordenschat.
- Impliciet door het thematisch werken, waarbij de kinderen met een rijke taalcontext in aanraking komen. Hierbij gaat het om het project als geheel, om het lezen en bespreken van de teksten in de projectboeken en om het praten over de verschillende onderwerpen. De illustraties zorgen voor het begrip van vooral de informatieve teksten.
- Daarnaast staan er elke week zeven woorden centraal. Voor deze directe aanpak geven we suggesties om de woorden bij de kinderen onder de aandacht te brengen.
Taalbeschouwing, stellen en mondelinge vaardigheden
De onderwerpen voor taalbeschouwing en stellen worden grotendeels ontleend aan de teksten uit het projectboek. Op deze manier zijn deze onderdelen zo veel mogelijk contextgebonden. Elk project bevat opdrachten waarbij de kinderen expliciet de mondelinge vaardigheden oefenen.
Engels
Engels komt wekelijks aan bod binnen Alles-in-1 Groep4. Door liedjes te zingen slijten woorden, zinsconstructies, uitdrukkingen en intonatiepatronen gemakkelijk in. Daarom vormen Engelstalige liedjes de basis van elke les Engels. De liedjes staan online achter het leerkrachtgedeelte en zijn ingezongen door een native-speaker. Daarnaast oefenen de kinderen de woorden en zinnen met behulp van games op de computer of gezamenlijk via het digibord.
Weekoverzicht
Afwisseling in werkvormen en vaardigheden is belangrijk. Alles-in-1 in biedt vele mogelijkheden zodat iedereen gemotiveerd en alert blijft: klassikaal, individueel, in groepjes, met tweetallen, onderzoekend en ontdekkend leren, schriftelijk, mondeling, digitaal, cognitief, praktisch en creatief. De prachtig geïllustreerde projectboeken bevatten per week een duidelijke structuur.
Zo kan een week er globaal uitzien:
Cognitief | Creatief/Praktisch | |
Maandag | Intro Info 1 – Lezen | Engels Doe-opdrachten Expressie Verkeer |
Dinsdag | Info 1 Begrijpend lezen en taal Spelling | |
Woensdag | Verhaal – Lezen Verhaal – Begrijpend lezen en taal | |
Donderdag | Info 2 – Lezen en taal Spelling | |
Vrijdag | Gedicht – Gedicht en vrij lezen Spelling |
Tijdsinvestering
Wanneer u Alles-in-1 integraal gebruikt kosten alle activiteiten ongeveer 15 uur per week. Dit houdt in dat ongeveer 10 uur per week overblijft voor rekenen, methodisch schrijven, gym en eventuele andere activiteiten. Voor u als leerkracht zal uw voorbereidingstijd na de invoeringsperiode hetzelfde zijn of zelfs minder.
De uiteindelijke tijdsinvestering hangt af van hoe uw school onze leermiddelen in gaat zetten en een project aankleedt. Ook voor de leerkracht is thematisch werken enorm motiverend, zeker omdat u vrij bent om het project aan te vullen en te verrijken met uw eigen ideeën. Een goede samenwerking met collega’s en de taken verdelen kan voorbereidingstijd verminderen.
Alles-in-1 Groep 4 zonder taal
Wanneer uw school net een nieuwe taal- en/of spellingmethode heeft aangeschaft, hoeft dat geen reden te zijn om af te zien van Alles-in-1. Alle taalverwerking is opgenomen in het werkboekje; deze hoeft u dan niet aan te schaffen en met de overige leermiddelen heeft u een prachtig samenhangend aanbod voor alle zaakvakken, expressie en Engels. Wanneer u Alles-in-1 Groep 4 zonder taal gebruikt is de tijdsinvestering ongeveer tien uur per week.
Alles-in-1 is zeer flexibel inzetbaar. U kunt als school zelf bepalen voor welke vakgebieden u onze leermiddelen inzet. Maar let op: hoe minder onderdelen van Alles-in-1 gebruikt worden, des te meer er aan de kracht van thematisch, samenhangend onderwijs ingeboet wordt.
Combinatiegroep 3/4
Met een combinatiegroep 3/4 is het onvermijdelijk dat u aparte instructies aanbiedt op het gebied van taal. Alle andere vakken en vaardigheden kunnen prima gezamenlijk gedaan en beleefd worden. De projecten bestaan uit vier deelthema’s en u kunt het ene jaar meer aandacht besteden aan het ene deelthema en het andere jaar aan het andere. Het aanbod van de expressielessen en doe-opdrachten is zo ruim dat daar eenvoudig een tweejarige cyclus van gemaakt kan worden.
Van groep 4 naar groep 5
Wanneer een groep 4 leerling doorgaat naar groep 5 waar met Alles-in-1 Groep 5-8 en Alles-Apart wordt gewerkt, zal dat heel vertrouwd aanvoelen.
- Het werken in (drie) niveaus gekoppeld aan een kleur is bekend.
- Dezelfde tekstsoorten als in Alles-in-1 Groep 4 komen terug in de projectboeken voor Alles-in-1 Groep 5-8: informatieve teksten, verhalen en gedichten.
- Nieuw in Alles-in-1 Groep 5-8 zijn de wereldoriëntatiegerelateerde schriftelijke opdrachten.
- De taal- en leesopdrachten zullen herkenbaar zijn, alleen wordt er niet meer gewerkt met een werkboek, maar met een schrift.
- De lesboeken, werkboeken en opdrachten van de instructielijn taal Alles-Apart sluiten naadloos aan bij het Groep 4 materiaal en zullen geen overgangsproblemen opleveren.
- Wanneer er gewerkt wordt zoals voorgesteld zullen kinderen gewend zijn aan afwisselend zelfstandig (individueel, in tweetal of groepje) en klassikaal werken en hebben ze een basis aan expressievaardigheden, onderzoeksopdrachten en Engels opgedaan.
- In alle groepen gaan we uit van periodes van 8 weken. Voor groep 5 t/m 8 zijn dat vijf weken project en drie weken Alles-Apart (de taallijn). De projecten van Groep 4 omvatten 8 weken waarin alles van taal integraal is opgenomen.
Wanneer u de gezamenlijke beleving van projecten schoolbreed wilt stimuleren, zorgt u dat de domeinen van Alles-in-1 Groep 5-8 gelijk lopen met de domeinvolgorde van Alles-in-1 Groep 4.
Rol van de leerkracht
De leerkracht is en blijft de belangrijkste factor voor goed onderwijs. U bent de professional en bepaalt de didactiek en organisatie met een bepaalde visie. Goede leermiddelen kunnen echter wel helpen uw doelen (eenvoudiger) haalbaar te maken. Met Alles-in-1 Groep 4 hoeft u het (samenhangende)wiel niet zelf uit te vinden, maar kunt vanuit een compleet aanbod kiezen waar u zaken aanvult of weglaat. Net wat u goed acht voor uw groep; u bent eindregisseur en maakt daarbij de nodige keuzes. Dat is het oogpunt van waaruit Alles-in-1 is ontstaan en gemaakt.
Om een project uit te voeren is het belangrijk dat u zich goed voorbereidt. In het begin zal dit meer tijd kosten dan u gewend bent, maar u bent geen tijd (meer) kwijt aan het zoeken naar geschikt materiaal voor samenhangend onderwijs. Onze ervaring is dat na de eerste projecten u minder tijd kwijt bent aan voorbereiding dan bij losse methoden.
Materialen
Er zijn per project twee handboeken waarin u alles vindt voor de opgenomen vakgebieden. Alle niet-verbruiksmaterialen voor expressie- en doe-opdrachten worden meegeleverd in een leskist. Beeld- en geluidmateriaal hoeft u niet zelf te zoeken. Achter de leerkrachtenknop op onze website vindt u aanvullende materialen, zoals digibordmateriaal, groepsplannen, bordplaten, audiomateriaal, flitswoorden, het woordenschatrad, weektaakschema’s en meer.
Kosten
De aanschaf van Alles-in-1 kan flink voordeliger zijn in vergelijking met de kosten van losse methodes. Het vervangt immers de volgende methoden: aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, techniek, cultuureducatie, expressie, taal, grammatica, spelling, werkwoordspelling, begrijpend lezen, technisch lezen, sociaal-emotionele vorming, Engels, burgerschap en geestelijke stromingen.
Hoe gunstig het voor u uitpakt, hangt af van de manier waarop u de projecten inzet. Omdat Alles-in-1 Groep 4 zijn eigen projecten heeft, kan de aanschaf niet over meerdere school-of kalenderjaren gespreid worden.
Voordelen van Alles-in-1 Groep 4
- Samenhang in uw onderwijsaanbod
- Kerndoelendekkend voor alle opgenomen vakgebieden
- Prachtig geïllustreerde lesboeken voor de kinderen met prikkelende en goede teksten.
- Leskist met producten voor de doe-opdrachten en de expressielessen
- Differentiatie op drie cognitieve niveaus
- Compacte en duidelijke handboeken voor de leerkracht
- Online ondersteuning achter de leerkrachtknop
- Zelfde termen, pictogrammen en spellingsregels gebruikt als in Alles-Apart en de Alles-in-1 Groep 5-8
- Goedkoper dan losse methodes voor verschillende vakgebieden